Gregory van
de Himalaya-expeditie, Raab van de Kon Tiki, we hoorden zangers
als Charles Trenet, Bobbejaan Schoepen, The Westminster Singers,
we gingen op in vioolrecitals van Lola Bobesco en J. Genty, zaten
voor Vlaamse dichters die uit hun eigen werk voordroegen als
Pieter Buckinx, Marcel Coole, declamatoren als Viala, Bernard
of van het Nederlands Kamertoneel, enz. De lijst is eindeloos.
" Herinneringen ". zegt A. Helman, " zijn als
schuwe vogels die fladderen van dak tot dak, die nauwelijks de
toppen raken en weer zweven in de lucht ". Velen zullen
hun her-inneringen wel liefst laten neerstrijken op de studentikoze
|
grappen die
ze beleefden of QP het dagelijks leven dat zo rijk was aan aktiviteiten,
fratsen en stunts. Welke pater was het ook weer die in het vuur
van zijn betoog hals over kop in de papiermand tuimelde ? En
was het niet onze sympathieke studieprefekt die bij een inspectie
argeloos uitriep : " Maar Jan, kijk toch niet zo naar mij
als een hond naar een zieke koe ! " ? Op de excursiedagen
konden we doordringen in het betovefend-schone bergland dat rond
de boorden van het meer oprijst : de Biëga, de Kahuzi, nog
verder de vulkanen met hun magische namen Nyamulagira en Nyaragonga,
het Albert-Reservaat, of Zuidwaarts Kamaniola en het Tangayikameer
hebben bij de meesten nog steeds diepglanzende herinneringen
nage laten. Shangugu, Ruzizi, La Michaudière schonken
een meer bescheiden doch steeds geestdriftig onthaalde afwisseling
met nachtspelen en voettochten. Moeten we nog de opwindende Aloysiusspelen
vermelden waar de brand van een Dinosaurus of het bombardement
van het college vele andere attrakties bekroonden ? Of de spannende
zeepkistenkoersen, de miniatuurvliegtuigbouw, het atelier waar
auto's in- en uit-elkaar werden geprutst ? Dan vergeten we nog
de Fantastic Fancy Fairs die heel de bevolking van de stad '
intra muros' deden stromen, tot grote vreugde van de Troubadours
(wie kent nog , De Vlooienmars' van P. Boon ?) en de Star Boys.
Maar het domein waar de Nederlandse Sektie zich naar buiten toe
het sterkst heeft betuigd en op een schitterende palmares mag
terugblikken is het toneel. Vanaf het begin van zijn ontstaan
kwam de Vlaamse Vriendenkring minstens eenmaal, meestal zelfs
tweemaal per jaar met een Vlaams toneelstuk voor de pinnen. Naarmate
de Nederlandse Sektie vorderde, groeide het verlangen bij de
jongens om ook zelf op te treden. |