Pages
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95

Répertoire

Nos recteurs

Elèves ayant terminé leurs humanités au Collège, p. 92 - 93

Hommage au
R.P. VAN der STRAETEN


 Page 70

48 - 60 Twaalf jaren Nederlandse Sektie
Traduction en français: cliquez ici

Het onstaan en de ontwikkeling van de Nederlandse Sektie vult wel een bescheiden maar tevens een buitengewoon boejende en kleurrijke episode in de geschiedenis van ons college. Op de 150.000 Belgen die thans overzee leven zijn er 110.000 Vlamingen; in Congo berejkte hun aantal destijds misschien niet dezelfde proporties maar het vormde toch een zo grote groep dat men zich niet verbazen kan over het feit dat vanaf 1947 overal stemmen opgingen om voor de Vlaamse kinderen een opvoeding te bekomen die strookte met hun taal en cultuur en hun rechtmatige wensen in die zin kon bevredigen. Van gans Congo startte ons college het eerst met een Nederlandse sektie dank zij het impuls van enkele personen uit Bukavu. In september 1948 kon de eerste Nederlandstalige Voorbereidende klas geopend worden onder leiding van de Broeders Maristen. In september 1950 startte de eerste Zesde Latijnse, waarop dan geleidelijk de verdere uitbouw volgde.
Waarom zijn die twaalf jaren Nederlandse Sektie, van 1948 tot 1960, voor allen die er deel van gemaakt hebben zo boordevol rijke herinneringen ? Om het onvergetelijk natuurschoon waarin onze jeugdjaren mochten bloeien ? Dagelijks genoten we van het zicht op de blauwomwaasde bergen en heuvels die aan elke horizon omhoogrezen, en van het Kivumeer met zijn paradijselijke baaien, kreken en eilanden vol droom en innigheid. Van op elke barza op het college zagen we de vijf schiereilanden van Bukavu als tere vingers van een hand naar de blauwe waterspiegel grijpen, of de schaduwen van de wolken stil voortschuiven over groene heuvelflanken, terwijl een teerblauw waas doorzichtigfijn over de oprijzende hellingen hing. Zeker ! Toch was dit slechts het kader. We zijn vooral dankbaar om het feit dat onze bescheiden sektie de mogelijkheid bood onze eigen geest en aard te ontplooien of aan anderen mee te delen, en anderzijds toch ook zo was opgevat dat we in geen ghetto leefden doch ten voile meetrilden met de hartslag van het college waar de franstaligen de grote meerderheid vormden. We leerden er ruim te leven en toch onszelf te worden. Vooral in de hogere cyclus werden we bewust van onze eigen onvervangbare rijkdom in kunst en literatuur, maar we benaderden deze liefst vanuit de Afrikaanse realiteit waarin we leefden. Is het niet zo dat het meesterlijk verhaal van Multatuli, Saïdjah en Adinda, vooral vanuit onze eigen Congolese situatie werd beleefd ? Werd De Kleine Johannes van Van Eeden niet de aanleiding tot het schrijven van het fijnst gestileerde verhaal dat ooit in Orientation verscheen : " Met Windekind door Kivu " ? Vond de Suid-Afrikaanse poëzie niet een heel bijzondere weerklank in ons ?

O Afrika, jou naam dreun soos die see !
jou stem is op die nagwind, diep en donker
en in ons roep 'n eeue-ontwaakte bee
na vertes waar die sterre roerloos flonker.

Ook buiten het klasverband vonden we op het college een culturele atmosfeer die ons steeds dieper verrijkte. Bukavu ging door voor een cultuurarme provinciestad, maar bij hun terugkeer in Europa hebben velen tot hun verbazing vastgesteld dat ze te Bukavu soms over rijker mogelijkheden beschikten dan hier, dank zij de vele voorbijreizende toneelgezelschappen en kunstenaars. Daar deze laatste bijna steeds op het college optraden kregen we een buitengewoon rijk repertorium : puike opvoeringen van klassieke en moderne stukken door het Théâtre de l'Union Française, Le Théâtre des Galeries, het Vlaams Schouwtoneel, de K.N.S. enz. We luisterden naar ontdekkingsreizigers als Dr Bombard, Alain Deprelle,